Proefje om diversiteit te meten
Hieronder kun je lezen hoe we de diversiteit van ons grasland hebben gemeten met behulp van een transectmeting. Er kwam een mooie waarde uit (al hebben we het misschien niet helemaal precies goed uitgevoerd)!
Een manier om in een grasland te bepalen hoeveel diversiteit er is, is de transectmethode. Je bepaalt dan welke planten te ziet op een rechte lijn door het grasland over een vaste afstand. Deze plantensoorten ga je turven. Vervolgens stop je de uitkomst in een formule (zie hieronder) Daaruit rolt dan een getal dat de Yule’s index aangeeft.
Op 6-8-2020 hebben we een meting gedaan op perceel 2542, evenwijdig met de straat op een afstand van ongeveer 4 meter gemeten vanaf de dam (net aan de binnenkant van de omheining), elke 30 cm over een totaal van 30 meter. We hebben gekeken naar de dichtstbijzijnde plant die we konden identificeren. Bij gras is dat vaak wat lastiger als het niet bloeit.
De onderstaande namen hebben we aangehouden. Het is niet erg als je een naam niet weet, dan kun je er zelf één bedenken.
37x Pluimgras
11x Wilde braam
11x Kweekgras
9x Engels raaigras
5x Frans raaigras
5x Boterbloem
5x Paardenbloem-achtige
4x Hondsdraf
3x Paardenbloem
3x Duizendblad (witte schermbloem)
2x Kleine klaver
2x Kropaar
2x Wollig zorggras
2x Geel bloempje
Totaal 101 plantjes over 30 meter
Yule’s index:
Y= 1012/ (37×11 + 11×11 + 11×9 + 9×5 + 5×5 + 5×5 + 5×4 + 4×3 + 3×3 + 3×2 + 2×2 + 2×2 + 2×2) = 1012 / (407+121+99+45+25+25+12+9+6+4+4+4) = 1012 / 761= 13,4
Dit is een mooie diversiteit voor een grasland, maar dat komt dus gedeeltelijk omdat we niet alle planten kenden en gingen voor de dichtstbijzijnde die we wel kenden. Daardoor hebben we misschien te weinig gras meegeteld.
Frans raaigras (minder lekker voor vee dan Engels raaigras)
Het is leuk om zelf ook zo’n echte transectmeting uit te voeren. Je kunt het elk jaar herhalen en kijken wat er verandert. Ook kun je op deze manier verschillende grasvelden met elkaar vergelijken. Veel plezier!